De prijsstijgingen voor energie komen op het moment dat verschraling voor het museale landschap dreigt. Twee jaar op rij zijn de bezoekersaantallen fors gedaald en ook dit jaar blijft het bezoek nog flink achter. Hierdoor zijn bij musea in het hele land reserves verdampt. Ook hebben zij minder middelen om te investeren en innoveren. Recente cijfers van de Museumvereniging illustreren een daling in het aantal tentoonstellingen met 37%. Stijgende loonkosten en inflatie brengen de musea nog verder in de verdrukking.
Impact van de energie kostenstijgingen op de hele museumsector
Voor de ruim 470 musea lijkt op basis van enkele scenario’s de energiecomponent als onderdeel van de totale omzet te stijgen van 2,1 % in 2021 naar tussen de 5 en 7,5 %. Op een omzet van 1,049 miljard euro betekent dit een kostenstijging van 22,4 miljoen euro in 2021 naar tussen de 50 en 80 miljoen euro in 2023. Kostenstijgingen op deze schaal kunnen instellingen niet zomaar opvangen. Zonder gerichte steun door het rijk, maar ook van gemeenten en provincies, zullen aanzienlijke aantallen musea onherroepelijk rode cijfers gaan schrijven, die niet of nauwelijks op te vangen zijn met een weerstandvermogen. Doorberekening in ticketprijzen brengt de toegang tot musea ernstig in gevaar. De Museumvereniging doet in deze uitzonderlijke situatie daarom opnieuw een beroep op de diverse overheden om de musea en culturele sector te steunen, zoals zij dat gelukkig in coronatijd ook volop gedaan hebben. Zodat hopelijk volgend jaar de energieprijzen weer genormaliseerd zijn, de coronadreiging nog slechts een herinnering is, en musea weer kunnen doen wat zij het liefst doen: het publiek verbazen, verrassen en verrijken met hun verhalen en de pronkstukken uit hun collecties.